Добавил:
Опубликованный материал нарушает ваши авторские права? Сообщите нам.
Вуз: Предмет: Файл:

учебный год 2023 / Drobnig, Principles of European Law of Personal Security

.pdf
Скачиваний:
10
Добавлен:
21.12.2022
Размер:
2.24 Mб
Скачать

Text of Articles

Artikel 2:107: Verplichting tot kennisgeving van de schuldeiser

(1)De schuldeiser moet zonder onnodig uitstel de borg informeren in geval van niet-nakoming door of onvermogen om te betalen van de schuldenaar en over een uitstel van opeisbaarheid. De kennisgeving moet inlichtingen bevatten over het bedrag van de gewaarborgde verbintenis in hoofdsom, rente en andere accessoire verbintenissen verschuldigd door de schuldenaar op de dag van de kennisgeving. Een bijkomende kennisgeving van een nieuwe achterstal in nakoming is niet vereist vooraleer drie maanden zijn verstreken sinds de vorige kennisgeving. Kennisgeving is niet vereist indien de niet-nakoming uitsluitend accessoire verbintenissen van de schuldenaar betreft, tenzij het totale bedrag van alle niet-nagekomen gewaarborgde verbintenissen vijf ten honderd van het uitstaande bedrag van de gewaarborgde verbintenis heeft bereikt.

(2)Bij een borgtocht voor alle sommen (artikel 1:101 lit. (f)) moet de schuldeiser daarenboven de borg in kennis stellen van elke overeengekomen toename:

(a)wanneer deze toename 20 ten honderd bereikt van het bedrag van de gewaarborgde verbintenis dat door de borgtocht bij het stellen ervan was gewaarborgd; en

(b)telkens als het bedrag van de gewaarborgde verbintenissen verder oploopt met 20 ten honderd vergeleken met het bedrag van de gewaarborgde verbintenis op de dag waarop de laatste informatie overeenkomstig het vorige lid was gegeven of had moeten zijn gegeven.

(3)Leden (1) en (2) zijn niet van toepassing voor zover de borg de vereiste inlichtingen kende of redelijkerwijs kon worden verwacht te kennen.

(4)De schuldeiser is aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door het niet of laattijdig doen van de door dit artikel voorgeschreven kennisgeving.

Artikel 2:108: Termijn voor een beroep op de zekerheid

(1)Is er rechtstreeks of onrechtstreeks een termijn overeengekomen voor beroep op een hoofdelijke borgtocht, dan is de borg niet meer verbonden na het verstrijken van de overeengekomen termijn. De borg blijft evenwel verbonden indien de schuldeiser nakoming heeft gevorderd van de borg tussen het tijdstip van opeisbaarheid van de gewaarborgde verbintenis en het verstrijken van de termijn.

(2)Is er rechtstreeks of onrechtstreeks een termijn overeengekomen voor beroep op een subsidiaire borgtocht, dan is de borg niet meer verbonden na het verstrijken van de overeengekomen termijn. De borg blijft evenwel verbonden indien de schuldeiser

(a)tussen het tijdstip van opeisbaarheid van de gewaarborgde verbintenis en het verstrijken van de termijn de borg heeft ingelicht van zijn voornemen om nakoming van de borg te vorderen en gesteld heeft dat hij begonnen is met het ondernemen van gepaste pogingen om voldoening te verkrijgen zoals vereist door artikel 2:106 leden (2) en (3); en

(b)de borg elke zes maanden inlicht over de stand van deze pogingen indien de borg dit vraagt.

(3)Wordt een gewaarborgde verbintenis opeisbaar op of binnen de veertien dagen voor het verstrijken van de termijn van de borgtocht, dan mag het verzoek tot nakoming of de informatie overeenkomstig leden (1) en (2) vroeger worden gegeven dan bepaald in leden

(1) en (2), maar niet eerder dan veertien dagen voor het verstrijken van de termijn van de borgtocht.

28

Dutch. Persoonlijke zekerheden

(4)Indien de schuldeiser de door de vorige leden vereiste maatregelen heeft genomen, dan bedraagt de verbintenis van de borg ten hoogste het bedrag van de gewaarborgde verbintenissen zoals bepaald door artikel 2:104 leden (1) en (2). Het doorslaggevende tijdstip is dat waarop de overeengekomen termijn verstrijkt.

Artikel 2:109: Opzegging van de borgtocht bij gebreke aan termijn

(1)Is de borgtocht niet beperkt door een overeengekomen termijn, dan kan elke partij de borgtocht inperken door deze door middel van een kennisgeving aan de wederpartij op te zeggen met een termijn van minstens drie maanden. Dit geldt niet indien de borgtocht zich ertoe beperkt welbepaalde verbintenissen of verbintenissen uit welbepaalde overeenkomsten te waarborgen.

(2)Door de kennisgeving wordt de verbintenis van de borg beperkt tot de gewaarborgde verbintenissen in hoofdsom op het tijdstip waarop de opzegging uitwerking heeft en de gewaarborgde accessoire verbintenissen zoals bepaald door artikel 2:104 leden (1) en (2).

Artikel 2:110: Aansprakelijkheid van de schuldeiser

Voor zover de borg ten gevolge van de gedraging van de schuldeiser niet is gesubrogeerd in de rechten van de schuldeiser jegens de schuldenaar en in de persoonlijke en zakelijke zekerheden van de schuldeiser jegens derden, of geen volledige terugbetaling kan verkrijgen van de schuldenaar of van derden-zekerheidsstellers, indien er zijn, is de schuldeiser aansprakelijk voor de schade die de borg daardoor heeft geleden.

Artikel 2:111: Vrijwaring van de borg door de schuldenaar

(1)Een borg die zich op verzoek van de schuldenaar of met diens uitdrukkelijke of vermoede toestemming borg heeft gesteld, is gerechtigd om van de schuldenaar te vorderen dat hij hem vrijwaart:

(a)indien de schuldenaar de gewaarborgde verbintenis niet is nagekomen op de vervaldag, indien hij niet in staat is te betalen of indien zijn activa substantieel zijn verminderd; of

(b)indien de schuldeiser tegen de borg op grond van de borgtocht een eis in rechte heeft ingesteld.

(2)Vrijwaring kan geschieden door adequate zekerheid te stellen.

Artikel 2:112: Verbintenissen van de borg voor nakoming

(1)Vooraleer na te komen jegens de schuldeiser, moet de borg de schuldenaar in kennis stellen en informeren naar het uitstaande bedrag van de gewaarborgde verbintenis en zijn verweermiddelen of tegenvorderingen.

(2)Komt de borg na zonder zich overeenkomstig lid (1) te informeren of laat hij na een verweermiddel tegen te werpen dat hem door de schuldenaar is meegedeeld of hem uit andere bronnen bekend is, dan is hij jegens de schuldenaar aansprakelijk voor de daardoor veroorzaakte schade.

(3)De rechten van de borg jegens de schuldeiser blijven hierdoor onverlet.

Artikel 2:113: Rechten van de borg na nakoming

(1)Voor zover de borg de uit de borgtocht voortspruitende verbintenissen is nagekomen, kan hij terugbetaling vorderen van de schuldenaar. Daarenboven is de borg in dezelfde mate gesubrogeerd in de rechten van de schuldeiser jegens de schuldenaar. Deze twee schuldvorderingen zijn samenlopend.

29

Text of Articles

(2)In geval van gedeeltelijke nakoming hebben de resterende gedeeltelijke rechten van de schuldeiser jegens de schuldenaar voorrang over de rechten waarin de borg is gesubrogeerd.

(3)Krachtens de subrogatie overeenkomstig lid (1), tweede zin gaan de afhankelijke zowel als onafhankelijke persoonlijke en zakelijke zekerheidsrechten van rechtswege over op de borg, niettegenstaande een door de schuldenaar bedongen conventionele beperking of uitsluiting van de overdraagbaarheid. Rechten jegens andere zekerheidsstellers kunnen slechts binnen de grenzen van artikel 1:108 worden uitgeoefend.

(4)Is de schuldenaar wegens onbekaamheid of onbevoegdheid niet verbonden jegens de schuldeiser, dan kan de borg niettemin terugbetaling vorderen van de schuldenaar tot beloop van diens verrijking. Deze regel geldt ook wanneer de schuldenaar niet geldig als rechtspersoon is opgericht.

Hoofdstuk 3:

Onafhankelijke Persoonlijke Zekerheid (Onafhankelijke garanties)

Artikel 3:101: Toepassingsgebied

(1)De onafhankelijke aard van een zekerheid komt niet in het gedrang door een louter algemene verwijzing naar een onderliggende verbintenis (daaronder begrepen ook een persoonlijke zekerheid).

(2)De bepalingen van dit Hoofdstuk zijn ook van toepassing op standby kredietbrieven.

Artikel 3:102: Verbintenissen van de zekerheidssteller voor nakoming

(1)De zekerheidssteller is slechts tot nakoming verplicht indien een schriftelijk verzoek tot nakoming nauwkeurig beantwoordt aan de in de zekerheid gestelde modaliteiten.

(2)De zekerheidssteller dient dadelijk na de ontvangst van een verzoek tot nakoming aan de schuldenaar mee te delen dat hij dit verzoek heeft ontvangen.

(3)Tenzij anders overeengekomen, mag de zekerheidssteller de verweermiddelen tegenwerpen waartoe hij in verhouding tot de schuldeiser gerechtigd is.

(4)De zekerheidssteller moet zonder uitstel en ten laatste binnen zeven werkdagen na ontvangst van een schriftelijk verzoek tot betaling

(a)nakomen overeenkomstig het verzoek en de schuldenaar onmiddellijk inlichten; of

(b)nakoming weigeren en de schuldeiser en de schuldenaar onmiddellijk inlichten.

(5)De zekerheidssteller is aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door het niet nakomen van de verplichtingen van lid (2) tot (4).

Artikel 3:103: Onafhankelijke persoonlijke zekerheid op eerste verzoek

(1)Een onafhankelijke persoonlijke zekerheid waarin uitdrukkelijk is bepaald dat zij verschuldigd is op eerste verzoek, of die in zulke bewoordingen is gesteld dat dit daaruit ondubbelzinnig kan worden afgeleid, is onderworpen aan Artikel 3:102, behalve het hierna bepaalde.

(2)De zekerheidssteller is slechts tot nakoming verplicht indien het verzoek van de schuldeiser wordt ondersteund door een schriftelijke verklaring van de schuldeiser, waarin uitdrukkelijk is bevestigd dat alle voorwaarden voor de opeisbaarheid van de zekerheid zijn vervuld.

(3)Artikel 3:102 lid (3) is niet van toepassing.

30

Dutch. Persoonlijke zekerheden

Artikel 3:104: Kennelijk onrechtmatig of bedrieglijk verzoek

(1)In de gevallen van artikel 3:102 en 3:103 moet de zekerheidssteller een verzoek tot nakoming inwilligen, tenzij door middel van gereed bewijs wordt bewezen dat het verzoek kennelijk onrechtmatig of bedrieglijk is.

(2)Zijn de vereisten van het vorige lid vervuld, dan mag de schuldenaar:

(a)nakoming door de zekerheidssteller verbieden; en

(b)het uitbrengen van of het beroep op een verzoek tot nakoming door de schuldeiser verbieden.

Artikel 3:105: Recht op terugvordering van de zekerheidssteller

(1)De zekerheidssteller is gerechtigd om hetgeen de schuldeiser heeft ontvangen terug te vorderen indien:

(a)de voorwaarden voor het verzoek van de schuldeiser niet waren vervuld of nadien ophielden te zijn vervuld; of

(b)het verzoek van de schuldeiser kennelijk onrechtmatig of bedrieglijk was.

(2)Het recht van terugvordering van de zekerheidssteller is onderworpen aan artikel 4:115 PECL en de algemene regels inzake ongegronde verrijking.

Artikel 3:106: Zekerheid met en zonder termijnen.

(1)Is er rechtstreeks of onrechtstreeks een termijn overeengekomen voor beroep op een zekerheid, dan blijft de zekerheidssteller bij wijze van uitzondering ook na het verstrijken van de termijn verbonden indien de schuldeiser op een tijdstip waarop hij daartoe gerechtigd was en voor het verstrijken van de termijn om nakoming heeft verzocht overeenkomstig artikel 3:102 lid (1) of 3:103. Artikel 2:108 lid (3) is van overeenkomstige toepassing. De verbintenis van de zekerheidssteller bedraagt ten hoogste het bedrag dat de schuldeiser kon hebben gevorderd op de dag waarop de termijn verstreek.

(2)Is de zekerheid niet beperkt door een overeengekomen termijn, dan kan de zekerheidssteller een dergelijke termijn stellen door middel van een kennisgeving aan de wederpartij die een termijn van minstens drie maanden stelt. De verbintenis van de zekerheidssteller is beperkt tot het bedrag dat de schuldeiser kon hebben gevorderd op de door de zekerheidssteller gestelde vervaldag. De vorige zinnen gelden niet indien de zekerheid is gesteld voor een welbepaald doel.

Artikel 3:107: Overgang van de zekerheid

De overgang van het recht van de schuldeiser om nakoming te vorderen van een zekerheidssteller kan voortvloeien uit een rechtsregel. Het recht kan ook worden overgedragen door middel van een overeenkomst, behalve bij een onafhankelijke persoonlijke zekerheid op eerste verzoek.

Artikel 3:108: Rechten van de zekerheidssteller na nakoming

De rechten die de zekerheidssteller na nakoming kan uitoefenen worden bepaald door overeenkomstige toepassing van Artikel 2:113.

31

Text of Articles

Hoofdstuk 4:

Bijzondere regels voor persoonlijke zekerheid door consumenten

Artikel 4:101: Toepassingsgebied

(1)Onverminderd lid (2) is dit Hoofdstuk van toepassing wanneer een zekerheid wordt aangegaan door een consument (artikel 1:101 lit. (g)).

(2)Dit Hoofdstuk is niet van toepassing indien:

(a)de schuldeiser ook een consument is; of

(b)de zekerheidssteller-consument in staat is substanti+le invloed uit te oefenen op de schuldenaar en deze schuldenaar geen natuurlijke persoon is.

Artikel 4:102: Toepasselijke regels

(1)Voor zover in dit Hoofdstuk niet anders is bepaald, gelden voor een persoonlijke zekerheid binnen het toepassingsgebied van dit Hoofdstuk de regels van Hoofdstukken 1 en 2.

(2)De partijen kunnen niet ten nadele van een zekerheidssteller afwijken van de regels van dit hoofdstuk.

Artikel 4:103: Precontractuele informatieplicht van de schuldeiser

(1)Voor een zekerheid wordt gesteld, moet de schuldeiser aan de beoogde zekerheidssteller:

(a)het algemene gevolg van de beoogde zekerheid uitleggen; en

(b)de bijzondere risico’s uitleggen, waaraan de zekerheidssteller volgens de voor de schuldeiser toegankelijk informatie kan zijn blootgesteld in het licht van de financi+le situatie van de schuldenaar.

(2)Weet de schuldeiser dat er ingevolge een vertrouwensrelatie tussen de schuldenaar en de zekerheidssteller een betekenisvol risico is dat de zekerheidssteller niet in vrijheid handelt of niet adequaat is ge'nformeerd, of beschikt hij over goede gronden om dit te weten, dan moet de schuldeiser er zich van verzekeren dat de zekerheidssteller onafhankelijke raad heeft ontvangen.

(3)Is de door de vorige leden vereiste informatie of onafhankelijke raad niet gegeven ten laatste vijf dagen voor de ondertekening door de zekerheidssteller van zijn aanbod of van de overeenkomst tot zekerheid, dan kan zijn aanbod worden ingetrokken c.q. de overeenkomst worden vernietigd door de zekerheidssteller binnen een redelijke termijn na ontvangst van die informatie of die onafhankelijke raad. Voor de toepassing hiervan geldt een termijn van vijf werkdagen als een redelijke termijn, tenzij de omstandigheden een andere wijzing geven.

(4)Is in strijd met lid (1) of (2) geen informatie of geen onafhankelijke raad gegeven, dan kan de zekerheidssteller het aanbod zonder tijdsbeperking intrekken c.q. de overeenkomst zonder tijdsbeperking vernietigen.

(5)Trekt de zekerheidssteller het aanbod in c.q. vernietigt hij de overeenkomst overeenkomstig de vorige leden, dan wordt de teruggave van hetgeen partijen ontvangen hebben geregeld door artikel 4:115 PECL of de algemene regels inzake ongegronde verrijking.

Artikel 4:104: Buiten de onderneming gesloten zekerheidsovereenkomsten

De bepalingen van Richtlijn 85/577/EEG van de Raad van 20 december 1985 betreffende de bescherming van de consument bij buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten gelden voor zekerheden binnen het toepassingebied van dit Hoofdstuk.

32

Dutch. Persoonlijke zekerheden

Artikel 4:105: Vormvereisten

De zekerheidsovereenkomst moet schriftelijk worden gesloten en door de zekerheidssteller zijn ondertekend. Een zekerheidsovereenkomst die niet aan deze vereisten beantwoord is nietig.

Artikel 4:106: Aard van de verbondenheid van de zekerheidssteller

Binnen het toepassingsgebied van dit Hoofdstuk:

(a)doet elke overeenkomst die ertoe strekt een zekerheid te scheppen zonder maximumbedrag, zij het een zekerheid voor alle sommen (artikel 1:101 lit. (f)) of niet, slechts een borgtocht (afhankelijke zekerheid) ontstaan die beperkt is tot het bedrag dat overeenkomstig artikel 2:102 lid (3) wordt bepaald;

(b)is de verbintenis van een borg (steller van een afhankelijke zekerheid) subsidiair in de zin van artikel 2:106, tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen; en

(c)doet een overeenkomst die beoogt een onafhankelijke zekerheid te scheppen slechts een afhankelijke zekerheid ontstaan, en dit mits de vereisten voor deze laatste zijn vervuld.

Artikel 4:107: Verplichting van de schuldeiser tot jaarlijkse informatie

(1)Mits instemming van de schuldenaar, moet de schuldeiser de zekerheidssteller jaarlijks informeren over de gewaarborgde verbintenis in hoofdsom, rente en andere accessoire verbintenissen verschuldigd door de schuldenaar op de dag van de informatie. Een eenmaal gegeven toestemming is onherroepelijk.

(2)Artikel 2:107 leden (3) en (4) zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4:108: Opzegging van een zekerheid met een termijn

(1)Is de zekerheid beperkt door een overeengekomen termijn, dan kan de zekerheidssteller vanaf drie jaar na het aangaan van de zekerheid de gevolgen ervan beperken door deze door middel van een kennisgeving aan de wederpartij op te zeggen met een termijn van minstens drie maanden. De vorige zin geldt niet indien de zekerheid zich ertoe beperkt welbepaalde verbintenissen of verbintenissen uit welbepaalde overeenkomsten te waarborgen. De schuldeiser moet de schuldenaar dadelijk informeren.

(2)Door de kennisgeving wordt de verbintenis van de zekerheidssteller beperkt overeenkomstig artikel 2:109 lid (2).

33

French*

S ret s personnelles

Chapitre 1:

R7gles communes

Article 1:101: D finitions

Aux fins de la pr sente Partie:

(a)Une s ret personnelle accessoire (cautionnement) est une obligation contractuelle d’un fournisseur de s ret qui s’engage payer une somme d’argent ou ex cuter toute autre prestation, ou payer des dommages et int rÞts au cr ancier, laquelle obligation est assum e dans le but de garantir une obligation pr sente ou future du d biteur principal envers le cr ancier et d pend de la validit , du contenu et de l’ tendue de cette derni7re obligation.

(b)Une s ret personnelle autonome (garantie autonome/ind pendante) est une obligation contractuelle d’un fournisseur de s ret qui s’engage, des fins de s ret , payer une somme d’argent ou ex cuter toute autre prestation, ou payer des dommages et int rÞts au cr ancier, laquelle obligation, de convention expresse ou tacite, ne d pend pas de la validit , du contenu ou de l’ tendue de l’obligation d’une autre personne envers le cr ancier.

(c)Le fournisseur de s ret est la personne qui assume envers le cr ancier les obligations d coulant du contrat de s ret personnelle.

(d)Le d biteur principal est la personne qui est tenue de l’obligation garantie envers le cr ancier, pour autant qu’elle existe.

(e)Dans le cas de pluralit de d biteurs des fins de s ret , un co-d biteur agit comme fournisseur de s ret , si il s’engage lui-mÞme titre principal des fins de s ret envers le cr ancier.

(f)Une s ret globale (cautionnement global) est une s ret personnelle accessoire dont il est convenu qu’elle couvre toutes les obligations du d biteur principal envers le cr ancier ou le solde d biteur d’un compte courant, ou une s ret d’une tendue similaire.

(g)Par consommateur, on entend toute personne physique qui agit principalement des fins qui n’entrent pas dans le cadre de son commerce, de son activit professionnelle ou de sa profession.

(h)Les s ret s r elles au sens large visent les s ret s sous toutes formes de propri t , mobili7re ou immobili7re, corporelle ou incorporelle.

Article 1:102: Champ d’application

(1)La pr sente Partie s’applique tout type de s ret personnelle contractuelle, en particulier:

(a)aux contrats de cautionnement (s ret s personnelles accessoires), y compris les lettres de confort obligatoires (Article 1:101, lettre (a));

*Traduction franÅaise assur e par Prof. Dr. Sophie Stijns (K.U. Leuven, member of the Coordinating Group) et Prof. Dr. Isabelle Durant (Universit catholique de Louvain) et coordonn e par Prof. Dr. Jacques Ghestin (Universit Paris I).

34

French. S ret s personnelles

(b)aux garanties autonomes (s ret s personnelles autonomes /ind pendantes), y compris les lettres de cr dit stand-by (Article 1:101, lettre (b)); et

(c)aux cod biteurs engag s des fins de s ret (Article 1:101, lettre (e)).

(2)La pr sente Partie ne s’applique pas aux contrats d’assurance. Dans le cas d’une assurancecautionnement, la pr sente Partie s’applique uniquement si, et dans la mesure o8, l’assureur a mis un document comprenant une s ret personnelle en faveur du cr ancier.

(3)La pr sente Partie ne porte pas atteinte aux r7gles relatives l’aval et l’endossement des fins de s ret d’instruments n gociables, mais s’applique aux s ret s attach es aux obligations r sultant d’un tel aval ou endossement des fins de s ret .

Article 1:103: Libert contractuelle

Les parties peuvent exclure l’application de tout ou partie des dispositions de la pr sente Partie ou y d roger ou modifier leurs effets, sauf dispositions contraires du Chapitre 4 de la pr sente Partie.

Article 1:104: Acceptation du cr ancier

Le cr ancier est r put accepter une offre de s ret d7s que celle-ci lui parvient, moins qu’elle ne requi7re une acceptation expresse, que le cr ancier ne l’ait rejet e sans retard d raisonnable ou qu’il ne se soit r serv un d lai de r flexion.

Article 1:105: Interpr tation

Lorsqu’existe un doute quant la signification d’un terme d’un contrat de s ret et que celui-ci at ins r par un fournisseur de s ret r mun r , il faut, de pr f rence, interpr ter le terme contre ce dernier.

Article 1:106: Cod biteurs des fins de s ret

En pr sence de cod biteurs des fins de s ret (Article 1:101, lettre (e)), on applique les r7gles des Chapitres 1 et 4 et, subsidiairement, celles relatives la pluralit de d biteurs (PECL, Chapitre 10, Partie 1).

Article 1:107: Pluralit de fournisseurs de s ret : engagement solidaire envers le cr ancier

(1)Dans la mesure o8 plusieurs fournisseurs de s ret personnelle ont garanti la mÞme obligation ou la mÞme partie d’une obligation ou ont pris des engagements dans un but commun de s ret , chacun d’eux est tenu solidairement avec les autres fournisseurs de s ret , dans les limites de son engagement envers le cr ancier. Cette r7gle s’applique galement si, en accordant la s ret , ces fournisseurs de s ret ont agi de mani7re ind pendante.

(2)L’alin a (1) s’applique moyennant des adaptations appropri es lorsqu’une s ret r elle au sens large (Article 1:101, lettre (h)) a t fournie par le d biteur principal ou par un tiers en compl ment d’une s ret personnelle.

Article 1:108: Pluralit de fournisseurs de s ret : recours aux fins de contribution

(1)Dans les cas pr vus l’Article 1:107, les recours entre les diff rents fournisseurs de s ret personnelle, ou entre les fournisseurs de s ret personnelle et de s ret r elle au sens large (Article 1:101, lettre (h)), sont gouvern s par l’Article 10:106 PECL, sous r serve des alin as suivants.

(2)Sous r serve de l’alin a (3), pour les besoins de l’Article 10:106 PECL, la part proportionnelle de chaque fournisseur de s ret est d termin e conform ment aux r7gles suivantes:

35

Text of Articles

(a)A moins que les fournisseurs de s ret n’en aient d cid autrement, chacun d’eux est tenu envers les autres fournisseurs de s ret dans le mÞme rapport que celui existant entre le risque maximal que ce fournisseur de s ret assume et le total des risques maximaux assum s par tous les fournisseurs de s ret . Le moment prendre en consi- d ration est celui de la constitution de la derni7re s ret .

(b)Pour les s ret s personnelles, le risque maximal est le montant maximal convenu de la s ret . En l’absence de montant maximal convenu, le montant de l’obligation garantie ou, si un compte courant a t garanti, la limite du cr dit est d terminant. Si l’obligation garantie n’est pas limit e, son solde final est d terminant.

(c)Pour les s ret s r elles au sens large, le risque maximal est d termin par le montant maximal convenu de la s ret . En l’absence de montant maximal convenu, la valeur du ou des biens servant de s ret est d terminante.

(d)Si le montant maximal, dans l’hypoth7se vis e la lettre (b) premi7re phrase, ou, respectivement, le montant maximal ou la valeur, dans l’hypoth7se vis e la lettre (c), est sup rieur au montant de l’obligation garantie au moment de la constitution de la derni7re s ret , celui-ci d termine le risque maximal.

(e)Dans l’hypoth7se d’une s ret personnelle illimit e garantissant un cr dit illimit (lettre

(b)derni7re phrase), le risque maximal couvert par les autres s ret s limit es, personnelles ou r elles au sens large, qui exc7de le solde final du cr dit garanti, est limit ce dernier.

(3)Les r7gles ci-dessus ne s’appliquent pas aux s ret s r elles au sens large fournies par le d biteur principal ni aux fournisseurs de s ret qui, au moment o8 le cr ancier a t d sin- t ress , n’ taient plus tenus envers ce dernier.

Article 1:109: Pluralit de fournisseurs de s ret : recours contre le d biteur principal

(1)Tout fournisseur de s ret qui, au plan de la contribution, a satisfait au recours d’un autre fournisseur de s ret , est subrog dans cette mesure dans les droits de ce dernier contre le d biteur principal, comme pr vu l’Article 2:113, alin as (1) et (3), y compris dans les droits li s aux s ret s r elles au sens large consenties par le d biteur principal. L’Article 2:110 s’applique moyennant des adaptations appropri es.

(2)Lorsqu’un fournisseur de s ret exerce un recours contre le d biteur principal en vertu des droits qu’il a acquis par application de l’Article 2:113, alin as (1) et (3) ou par application de l’alin a pr c dent, y compris en vertu des droits li s aux s ret s r elles au sens large consenties par le d biteur principal, chaque fournisseur de s ret a droit, proportionnellement sa part telle que d finie l’Article 1:108, alin a (2) et l’Article 10:106 PECL, aux avantages recouvr s aupr7s du d biteur principal. L’Article 2:110 s’applique moyennant des adaptations appropri es.

(3)Sauf disposition expresse contraire, les r7gles ci-dessus ne s’appliquent pas aux s ret s r elles au sens large fournies par le d biteur principal.

Article 1:110: Application subsidiaire des r7gles relatives aux d biteurs solidaires

Si, et dans la mesure, o8 les dispositions de la pr sente Partie ne s’appliquent pas, les r7gles relatives la pluralit de d biteurs pr vues aux Articles 10:106 10:111 PECL sont applicables titre subsidiaire.

36

French. S ret s personnelles

Chapitre 2:

S ret s personnelles accessoires (cautionnements)

Article 2:101: Pr somption de s ret s personnelles accessoires

(1)Tout engagement de payer une somme d’argent, d’ex cuter toute autre prestation ou de payer des dommages et int rÞts au cr ancier, pris titre de s ret , est pr sum Þtre une s ret accessoire telle que d finie l’Article 1:101, lettre (a), moins que le cr ancier n’ tablisse qu’il en a t convenu autrement.

(2)Une lettre de confort obligatoire est pr sum e Þtre une s ret personnelle accessoire.

Article 2:102: Contenu et tendue des obligations du fournisseur de s ret

(1)La validit , le contenu et l’ tendue de l’obligation du fournisseur d’une s ret personnelle accessoire d pendent de la validit , du contenu et de l’ tendue de l’obligation assum e par le d biteur principal envers le cr ancier.

(2)L’obligation du fournisseur d’une s ret n’exc7de pas l’ tendue de l’obligation garantie. Ce principe ne s’applique pas lorsque le d biteur principal voit ses obligations r duites ou lorsqu’il en est d charg

(a)dans une proc dure d’insolvabilit ;

(b)de toute autre faÅon, en particulier la suite d’une n gociation ou d’une r duction judiciaire, cons quence de l’impossibilit du d biteur principal de s’ex cuter en raison de son insolvabilit ; ou

(c)en vertu de r7gles de droit du fait d’ v nements affectant la personne du d biteur principal.

(3)Except dans le cas d’un cautionnement global (Article 1:101, lettre (f)), si un plafond n’a past fix pour la s ret et ne peut Þtre d duit de la convention des parties, l’obligation du fournisseur de s ret est limit e au montant des obligations garanties au moment o8 la s ret prend effet.

(4)Except dans le cas d’un cautionnement global (Article 1:101, lettre (f)), aucun accord entre le cr ancier et le d biteur principal ayant pour objet d’accro&tre l’ tendue, d’aggraver les conditions ou d’anticiper l’ ch ance des obligations garanties, conclu apr7s que l’obligation du fournisseur de s ret ait pris effet, n’affecte l’obligation de ce dernier.

Article 2:103: Moyens de d fense du d biteur principal opposables par le fournisseur de s ret

(1)Le fournisseur de s ret peut invoquer tout moyen de d fense du d biteur principal se rapportant l’existence, la validit , l’exigibilit ou aux conditions de l’obligation garantie, mÞme si le d biteur principal n’est plus recevable s’en pr valoir en raison d’un fait ou d’une omission qui lui est propre, survenu post rieurement la prise d’effet de la s ret .

(2)Le fournisseur de s ret ne peut se pr valoir du droit du d biteur principal de suspendre son ex cution pr vu l’Article 9:201 PECL, si le d biteur principal n’est plus en droit de le faire.

(3)Le fournisseur de s ret ne peut se pr valoir du d faut de capacit du d biteur principal, qu’il soit une personne physique ou une personne morale, ou de l’inexistence du d biteur principal s’il s’agit d’une personne morale, si il connaissait les faits en question au moment o8 la s ret a pris effet.

37